Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

selfmade man

betekenis & definitie

man die zijn positie op eigen kracht verworven heeft.

man die zijn positie in de maatschappij op eigen kracht verworven heeft.

Voorbeelden:
Hein Moone, de vertrouweling en toeverlaat van Fred Baels, selfmade man, begonnen als plaatselijk inner van de bijdragen van ziekenfondsleden, boekhouder geworden door avondstudie, naar de kantoren van het partijbestuur gehaald als schatbewaarder.
Aster Berkhof, Verborgen schade, 2001

Van Oostrom was een kenmerkende vertegenwoordiger van die generatie, voor honderd procent een "selfmade man" die zich met een grote leeshonger en leergierigheid had gestort op een hele reeks vakgebieden die met het verleden van onze Aarde te maken hadden: hij was daarbij iemand die het Multatuliaanse begrip "vrije studie" helemaal serieus nam.
http://home.zonnet.nl/multatuli-museum/, september 2001

Onze noorderburen kijken op naar de 58-jarige Fries. Het is de Nederlandse versie van de selfmade man. Op zijn zestiende sloeg hij de deur van de middelbare school achter zich dicht en monsterde aan op een vrachtschip. Gedurende die zeemanstijd stelde hij zijn ondernemersbijbel vol klare taal samen [...]. Een jaar later stond Boonstra terug aan de wal als verkoper van oer-Hollandse rookworsten. Het werd het begin van een indrukwekkende loopbaan als ondernemer.
De Standaard, 1997

De kijkers verdrongen zich voor de buis, spelden de programmabladen om uit te vissen wanneer Mus on screen zou zijn ... hun eigen selfmade man, die het in tijden van crisis toch maar mooi was gelukt aan de bak te komen bij een prestigieus advocatenkantoor [...], een mooie vrouw te huwen en desondanks op te komen voor zijn Principes Idealen, en daarbij zijn afkomst als ober nooit te verloochenen.
Abdelkader Benali, Berichten uit Maanzaad Stad, 2001

< >