Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

schrijnwerker

betekenis & definitie

ambachtelijke meubelmaker.

iemand die voor zijn beroep van hout sierlijke meubels, kisten of deuren en kozijnen maakt, wat vroeger een gangbaarder beroep was dan tegenwoordig; ambachtelijke timmerman en meubelmaker.

Voorbeelden:
"Als iemand vroeg of ik iets kon tekenen zei ik altijd ja. Zoals je een schrijnwerker kunt vragen om een kast of een tafel voor je te maken."
NRC, 1994

Het vervaardigen van grafkisten gebeurde 40 jaar geleden bij de schrijnwerker in je dorp.
http://www.qui.be/

Hij was schrijnwerker en had hier een klein atelier. Uiteraard heeft hij alle schrijnwerk in het huis zelf gedaan. Van dat alles heb ik alleen de mooie, houten voordeur kunnen behouden.
De Standaard, 1996

Veel oude keukenkasten zijn volledig ingebouwd en nog in perfecte staat op maat gemaakt door schrijnwerkers.
http://www.woodtex.be/frame.htm, 2002

Gedeeltelijk is die stijlchaos te verklaren uit de aanvankelijke scheiding tussen de uurwerkmakers - oorspronkelijk grofsmeden - en de makers van kasten en decoraties zoals schrijnwerkers, goud- en zilversmeden, graveurs en emailleurs.
NRC, 1995

Als zoon van een schrijnwerker leerde Gerrit Rietveld het vak in de winkel van zijn vader.
http://www.dside.yucom.be/pag10.htm#academisch