lang, smal zeilschip.
tamelijk lang en smal schip met meestal twee of soms meer naar achter hellende masten dat in de lengterichting getuigd wordt.
Voorbeelden:
De twee masten van mijn schoener met hun wirwar van kabels en fel aangetrokken scheerlijnen bewogen zacht dobberend tegen de lucht.
Heere Heeresma, Een hete ijssalon, 1984
Moet ik de hele reis beschrijven van een Engelse schoener op weg van Egypte naar Japan, met aan boord een lading schoenen en marmeren platen?
J.M.A. Biesheuvel, De steen der wijzen, 1983
Naast het fraaie aangezicht, dat deze schoeners, klippers en tjalken geven is het tijdens de Hanzevlootdag ook mogelijk met een of meerdere van deze schepen een vaartochtje te maken.
Meppeler Courant, 1995