Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

ruimdenkende

betekenis & definitie

iemand die ruimdenkend is.

iemand die ruimdenkend is; iemand die geen bekrompen, benepen opvattingen heeft of koestert; iemand die openstaat voor allerlei (nieuwe) zienswijzen, ideeën, denkbeelden, meningen, stromingen, handelingen e.d.; iemend die ruim in zijn opvattingen is; breeddenkende.

Voorbeelden:
'Je moeder zal het vreselijk vinden en steun zoeken bij je vader en die zal zich over de kwestie niet willen uitspreken, zal zelfs de indruk wekken die relatie wel interessant te vinden. Ymke zal hem die gemakkelijke rol van ruimdenkende heel kwalijk nemen.'
Jan Siebelink, Engelen van het duister, 2001

Maar wie zijn eigenlijk de winnaars, de nieuwe generatie PvdA'ers - de mensen die volgend jaar, als de verkiezingen voor gemeente, provincie en Tweede Kamer achter de rug zijn, de PvdA een fris gezicht moeten geven? Rottenberg schetste hun profiel het afgelopen jaar in grove contouren. Geen apparatsjiks en kommaneukers mochten het zijn, geen stadhuistijgers. Nee, de nieuwe PvdA moest vertegenwoordigd worden door "meedenkers, luisteraars, mediascorers, ruimdenkenden, politieke dieren en intellectuelen", zoals een partijmedewerker onlangs in Vrij Nederland zei.
NRC, 1993

Deze nette xenofobie, zich in het chique Haagse Benoordenhout vertalend in wèl succesvol verzet tegen de bestemming van een leegstaande kazerne tot azc, vindt men onder de 'ruimdenkenden' die omwille van hun eigen baan of bedrijf erg voor open grenzen zijn, maar de prijs ervan elders deponeren.
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/voor-wilders-keurtroepen-staat-democratie-gelijk-aan-je-zin-krijgen~b2f039e1/, 1 november 2015

< >