Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

piccolo

betekenis & definitie

Het begrip piccolo heeft 4 verschillende betekenissen:

1) hotelbediende.
doorgaans jonge bediende in een luxueus hotel die, traditioneel gekleed in een rood of bruin uniform met een rond petje, de hotelgasten en ander personeel helpt met uiteenlopende klusjes, zoals de lift bedienen, bagage dragen of een boodschap doen; hulp in een hotel; chasseur; groom.
Ook in toepassing op iemand die kleine werkzaamheden verricht voor een vergelijkbare luxueuze (uitgaans)gelegenheid, zoals een restaurant, theater of schouwburg.

2) kleine dwarsfluit.
kleine dwarsfluit die een octaaf hoger klinkt dan de gewone dwarsfluit.

3) klein formaat.
kleine uitvoering van een soortgelijke zaak; klein formaat; miniformaat; miniatuurformaat.

4) hard puntbroodje.
langwerpig, knapperig broodje met in het midden een groef; hard puntbroodje; pistolet.