Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

phishing

betekenis & definitie

vorm van internetcriminaliteit.

vorm van internetcriminaliteit waarbij criminelen zich via e-mail presenteren als vertegenwoordigers van een doorgaans betrouwbare organisatie, bijvoorbeeld een bank of een internetprovider, en op die manier proberen iemands creditcardnummer of bankrekeningnummer en de inlogcodes, wachtwoorden en TAN-codes daarbij te achterhalen.

Voorbeelden:
Postbank weer slachtoffer van phishing. Phishers hebben het opnieuw gemunt op Postbankklanten die internetbankieren. De oplichters proberen via een e-mail TAN-codes van de klant te krijgen. De codes zijn nodig om geld via internet over te schrijven naar rekeningnummers van anderen. Klanten ontvangen een e-mail met de aanhef 'Lieve Postbank Klant', die afkomstig zou zijn van het adres veiligheid@postbank.nl. In de mail wordt gevraagd een link aan te klikken. Daarna krijgt de klant een valse versie van het inlogscherm van de Postbank te zien. Wie doorgaat, wordt gevraagd zijn TAN-codes (Transactie Autorisatie Nummer) in te vullen.
Haarlems Dagblad, 12 oktober 2005

Gelukkig hebben de meeste mensen nooit last van phishing. Toch kunt u zomaar een phishingmail ontvangen die als 2 druppels water op een ING-bericht lijkt.
http://www.ing.nl/de-ing/veilig-bankieren/meest-voorkomende-bankfraude/wat-is-phishing/

Phishing richt zich doorgaans op de zwakste schakel in de computerbeveiliging: de mens. De fraudeur probeert persoonlijk contact met u te leggen en u met een verhaal om de tuin te leiden. Dit noemen we social engineering. Dit gebeurt niet alleen per mail maar ook per telefoon.
https://www.xs4all.nl/klant/veiligheid/phishing/