kerkelijke functionaris voor de zielzorg.
iemand die vanuit de kerk belast is met de zielzorg; kerkelijke functionaris die mensen helpt en begeleidt.
Voorbeelden:
De pastor heeft dan een bijzondere kans zijn visie en ervaring met justitie en met gedetineerden te beschrijven en hij zal niet nalaten erop te wijzen dat de zorg voor de gedetineerde medemens in de kerk niet vergeten mag worden.
http://www.isna.nl/
Hans Stolp was pastor in het Academisch Ziekenhuis in Groningen en van 1987-1994 ook radiopastor.
De Standaard, 1996
Er is nog een andere onderscheid. Maar dat geld dan voor de gevestigde protestantse kerken, m.n. de PKN en de gereformeerde kerken. Daar is de titel dominee voorbehouden aan universitair geschoolde mensen. Omdat er ook steeds meer HBO-theologen komen, worden die pastor genoemd. Kortweg gezegd, een dominee is ook een pastor, maar een pastor is niet altijd een dominee.
http://www.goeievraag.nl/vraag/maatschappij/religie/verschil-tussen-pastor-pastoor.246997, 2011
De pastor neemt actief deel aan de werking rond de missie van de BvL. Hij fundeert de inzet, dagelijks leven en werken van medewerkers vanuit evangelische gronden [...]. Vorming: De pastor van het OC is diaken. De pastor neemt geregeld deel aan verdere vorming.
http://users.telenet.be/pastonet/ecclesia/oc/clara.html
"Van oudsher worden wij gebeld door mensen die vastgelopen zijn in het leven", vertelt omroeppastor Peter Denneman, die 21 jaar pastor was in de Tilburgse Montfortparochie. "We deden veel aan levensbegeleiding, concrete hulp. Er blijkt tegenwoordig steeds meer behoefte aan geestelijke begeleiding."
BN/De Stem, 2000
"Ze deden wat de pastor zei, want dat was goed. Daarnaast kwam ik ook niet op de gedachte dat mensen creatief met verdriet konden omgaan." Het concilie, begin jaren zeventig, veranderde veel: pastores kregen meer vrijheid en de missen werden niet langer in onverstaanbaar Latijn gehouden.
NRC, 1995