Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

pastei

betekenis & definitie

gerecht.

gerecht van fijngemaakt, gekruid en in de oven gebakken vlees of van fijngemaakte en gekruide vis, in een korst van bladerdeeg.
Ook wel in toepassing op een paté van vlees of vis zonder deegkorst.

Voorbeelden:
De kippenpastei die ik onderweg naar huis bij een delicatessenzaak heb gekocht haal ik uit de rode design ijskast, die naast het rode gasfornuis staat [...]. Met een mes snij ik twee dikke plakken van de pastei. Die leg ik met een randje gestolde gelei op het bord en garneer ze met wat fijngesneden bieslook, verse zwarte peper, een theelepel kappertjes en plakjes tomaat.
Daphne Buter, Alle vogels van de wereld, 2000

Ik had eten besteld en toen de waardin na een kwartier kwam met wijn, glazen, borden, bestek, kip en een pastei begonnen wij als uitgehongerden te eten en te drinken.
J.M.A. Biesheuvel, De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, 1981

Na de onontbeerlijke couscous werd ons een zoete pastei voorgezet, gevuld met duivenvlees, pistache, amandelen en bedekt met basterdsuiker, een orgie van zoetigheid waarmee de gasten goed raad wisten.
Hafid Bouazza, De verloren zoon, 1996

De smaak van ganzeleverpastei, ha, dat genot, een pastei die iedere klauwaardin bereidde op de wijze die ze van haar moeder had geleerd, twee keer heb ik die delicatesse op mijn tong mogen laten smelten.
Paul Koeck, De stoelendans, 1983

Bij 'n feest, ontvangst van familie of vrienden, in het goede restaurantgebeuren, ... kijkt men niet zo zeer naar een prijs en koopt men bv. kwaliteitsproducten op basis van streekgebondenheid (volle-grondasperges, dito witloof, een goede streekwijn, 'n ambachtelijk bereide pastei, ...); terwijl voor het dagdagelijkse gebruik de eisen een heel stuk minder zijn.
http://www.asg.be/nederlands/dossiers/standpunten/streekgebondenheid.htm

< >