Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

overblijfouder

betekenis & definitie

ouder die helpt bij het overblijven.

ouder die toezicht houdt op kinderen die op de basisschool overblijven; ouder die helpt bij het overblijven van schoolkinderen; ouder die toezicht houdt op overblijvers op de basisschool.

Voorbeelden:
Je vindt het vast niet leuk om een grote mond te krijgen, de overblijfouders vinden dat ook niet prettig. Daarom willen we van niemand een grote mond horen.
http://www.obs-deschakel.nl/Ouders/Overblijf.aspx, 10 juni 2012

Bijna 60% van de huishoudens met kinderen in de basisschool is betrokken bij activiteiten op school, bijvoorbeeld als leesouder, overblijfouder of in de naschoolse opvang, of doet anderszins iets voor de school.
http: //www.omv.nl/ATEST/fnieuwsbrief/FNIEUWS.html, 2002

"Als overblijfouder ben je méér dan een veredelde oppasser", zegt bovenschools directeur A. B.
Dagblad van het Noorden, 2003