Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

overblijfmoeder

betekenis & definitie

moeder die helpt bij het overblijven.

moeder die toezicht houdt op kinderen die op de basisschool overblijven; moeder die helpt bij het overblijven van schoolkinderen; moeder die toezicht houdt op overblijvers op de basisschool.

Voorbeelden:
Ik ben al een tijdje overblijfmoeder. Dit jaar sta ik in groep 3 en 4. In groep 3 zijn de kinderen nog lekker speels en hebben nog ontzag voor je. Groep 4 is heftig. De jongens zijn heel fysiek en de meiden soms "heksen". Ze hebben totaal geen respect voor de overblijfmoeder en ook naar elkaar toe. Het schopt, slaat en scheldt elkaar uit.
http://www.yunomi.nl/artikel/overblijfmoeder, 22 mei 2012

Vanmorgen om 9.30 staat de conciërge in mijn kantoor. "Anneke, je moet maar even naar boven gaan. Het loopt boven totaal uit de hand." "Boven" wil zeggen het lokaal waar de overblijfmoeders een cursus volgen.
http://marcelkesselring.wordpress.com/2010/02/06/de-overblijfmoeders/, 6 februari 2010

Staande belt ze de school, alsof ze zichzelf duidelijk moet maken dat ze hier niet zomaar een beetje rondhangt, maar in looppas, hijgend haar zware werk doet. Via een achtergebleven overblijfmoeder ('Bent u ouders? Ik weet niet of u mag storen. Het is nu les.') en de conciërge, die begint uit te weiden over zijn caravan en zijn honden, wordt ze doorverbonden met Saars onderwijzeres.
Anna Enquist, Het meesterstuk, 1999