Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

oprichter

betekenis & definitie

stichter.

iemand die iets opricht; stichter.

Voorbeelden:
De allereerste leden van deze beweging en oprichters van het tijdschrift waren Michael Baldwin, Terry Atkinson, David Bainbrige en Harold Hurrel.
http://millennium.arts.kuleuven.ac.be/studentcs/portal/biennale/ned/index.htm

Julius Reuter, de oprichter van het bedrijf, had een prima ingerichte vliegduivendienst, waarmee berichten werden overgebracht. Reuter was hiermee zijn tijd ver vooruit en legde voornamelijk door zijn duivenberichtendienst de financiële basis voor het grote bedrijf, dat Reuter de jaren daarop zou opbouwen.
http://www.postduiven.com/promotie/duivenbase/index.htm

Over Paul Watson, de vertrokken oprichter van Greenpeace, zou een Nederlandse film worden gemaakt, Ocean Warrior, maar inmiddels is het megaproject ingestort bij gebrek aan middelen.
NRC, 16 juni 2001

In 1989 neemt de heer A. Heijn, kleinzoon van de oprichter van de onderneming, afscheid als president van de Raad van Bestuur.
http://www.ah.nl/nl/AH/content/albertheijn/ditisah/informatiebladen/