Wat is de betekenis van oprichter?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

oprichter

stichter. iemand die iets opricht; stichter. Voorbeelden: De allereerste leden van deze beweging en oprichters van het tijdschrift waren Michael Baldwin, Terry Atkinson, David Bainbrige en Harold Hurrel. http://millennium.arts.kuleuven.ac.be/studentcs/portal/biennale/ned/index.htm Julius Reuter, de oprichter van het bedrijf,...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oprichter

oprichter - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-rich-ter 1. iemand die iets heeft laten ontstaan ♢ de oprichter van dit bedrijf heette Herman Hesseling Zelfstandig naamwoord: op-rich-ter de oprichter ...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oprichter

m. (-s), OPRICHTSTER, v. (-s), die opricht: de oprichter van onze vereniging, van een maatschappij.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oprichter

m. oprichter s (hij, die iets opricht).

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oprichter

('op) m. (-s) hij die opricht.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oprichter

m. (-s), degene die (mede)opricht: de oprichter van onze vereniging, van een maatschappij.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oprichter

Oprichter m. (-s), OPRICHTSTER, v. (-s), die opricht.