Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

openingszin

betekenis & definitie

zin waarmee een tekst geopend wordt.

zin waarmee een geschreven of gesproken tekst geopend wordt; eerste zin van een boek, hoofdstuk, paragraaf, gedicht, verhaal, verslag, artikel, folder, opstel, brief, gesprek, lied, toespraak, redevoering, toneelstuk, film e.d.; eerste zin; beginzin.

Voorbeelden:
Alleen de manuscripten die de shortlist halen, worden volledig gelezen. De andere vallen eerder af omdat ze stilistisch of inhoudelijk te wensen overlaten. Een openingszin kan bijvoorbeeld al heel wat prijsgeven over de kwaliteit van wat volgt.
Marnix Verplancke, Het koren en het kaf, 1999

Ik moet, zeg maar, wat schrijven over een werkelijk ónverslijtbare autoband. Het wordt een folder van 18 pagina's. Met hier en daar rake kreten van een regel of vijf. En verder gewoon wat langere stukken. Zoals dat hoort. Dacht je nou écht dat ik dan nèt zo lang wacht tot DE openingszin geboren is? Welnee, man. Ik begin gewoon.
http://www.naarvoren.nl/artikel/schrijven.html

Wij begrijpen Omer, want we bevinden ons midden in een trouwfeest en delen tafel vijf. Met nog een paar ons geheel onbekende genodigden. En dat was misschien beter zo gebleven. "Tafel vijf. Dat is geen toeval, want ik heb iets met het cijfer vijf", deelt een van onze tafelgenoten ons droogweg mee. 't Is een openingszin als een andere en 't is toch iets beter dan "heb jij iets bij tegen hoofdpijn?", een openingszin op een ander feestje, een aantal weken terug.
De Standaard, 1996

"Good evening Hardenberg. We are Motörhead and we're going to kick your ass!" De openingszin is altijd dezelfde. Alleen de plaats van handeling verschilt. Deze keer is het popzaal Podium in Hardenberg, een locatie waarvan de Britse band het bestaan ongetwijfeld nooit vermoed had.
Dagblad van het Noorden, 2003

< >