niet heel erg.
niet heel erg; hooguit een beetje.
Voorbeelden:
Als wij in bad willen zeggen wij: 'bad' (o furo), Hebben wij honger, zeggen wij 'eten' (taberu) en als wij het lekker vinden zeggen wij het ook (oishi). Wij zijn net genoeg ter taal om ons door het dagelijks leven te slaan en hebben daarbij het onschatbare voordeel dat er niet overdreven veel van ons verwacht wordt.
Josse De Pauw, Werk, 2000
Hoofdinspecteur Horner vertelde de Advertiser dat hij 'niet overdreven bezorgd' is.
Nicci French, Bezeten van mij, 2002
Pijpen als de beste, daar heeft ze niet overdreven veel verstand van, geef toe.
Herman Brusselmans, Uitgeverij Guggenheimer, 1999
Ik zal er Gugg en Versluis 'ns op aanspreken, al zijn we bij B.O.N.A.N.Z.A. natuurlijk niet overdreven gek op bijzonder vervelende producties.
Herman Brusselmans, Uitgeverij Guggenheimer, 1999
