Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

monstrans

betekenis & definitie

liturgisch vaatwerk.

versierd vaatwerk van metaal of edelmetaal waarin een geconsacreerde hostie ter verering wordt getoond of in een processie wordt rondgedragen.

Voorbeelden:
De monstrans of ostensorium (van het Latijnse "ostendere", dat "laten zien" betekent) is een onderdeel van het liturgisch vaatwerk in de Rooms-katholieke Kerk. Het is een houder, meestal van metaal, waarin de geconsacreerde hostie wordt getoond. De oudere, gotische monstransen bestaan dikwijls uit drie torentjes waarvan de middelste een glazen cilinder bevat waarin de hostie kan worden geplaatst. De barokke zonnemonstransen hebben de vorm van een stralende zon op een voet. Het midden van de zon bestaat uit twee ronde glazen plaatjes waarin de hostie wordt geklemd. Het halvemaanvormige knijpertje dat de hostie op zijn plaats houdt (zowel in toren- als in zonnemonstransen), wordt een lunula genoemd.
http://www.christelijkebegrippen.nl/christendom/Ostensorium_-.php, 2008

Menig priester moest om de monstrans op zijn hoge expositietroon te plaatsen, daarvoor een trapje beklimmen. Dat was altijd weer spannend, vooral als de oude pastoor niet meer daverend ter been was.
http://www.kdc.kun.nl/roomsch/roomsch.html

Opvallend veel zaken waar je katholieke rekwisieten kunt kopen: kruisbeelden, kaarsen, Mariabeelden, missalen, kelken, monstransen, kazuifels, stolen, wierookvaten, patenen.
Kristien Hemmerechts, Een jaar als (g)een ander, 2003

De pastoor daalde de trappen van het altaar af met in zijn handen de monstrans, waarin de hostie als een zon te midden van gouden stralen hing.
Erwin Mortier, Sluitertijd, 2002

Alles wat in de kapel stond wordt eveneens verkocht: een eikenhouten pijporgel, vleugelpiano, cibories, monstransen, kerkelijke gewaden, liturgische boeken, enzovoort.
De Standaard, 1997

Het kroontje was losgekomen van de monstrans, stuiterde over het asfalt en kwam onder de voeten terecht van de lange, die het niet gezien had, erover uitgleed en naar alle kanten zwenkend slechts met de grootste moeite zijn evenwicht hervond.
Erwin Mortier, Sluitertijd, 2002

< >