Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

mono

betekenis & definitie

via één kanaal.

via enkelvoudige geluidsweergave; via één kanaal; via één luidspreker.

Voorbeelden:
Het doek in de bioscoop was al groot, dus men ging naar een breder beeld en beter geluid (van mono naar meer kanalen) [...]. Tevens kwam er ruimte voor meerdere geluidssporen. Het voordeel hiervan was dat de bioscopen geen andere projector nodig hadden, maar alleen een andere projectielens en een andere "reader" voor de geluidssporen.
http://users.pandora.be/gofke/Artikelen/artikel13.htm

Wanneer we onze stoelen terug hebben ingenomen, blijkt er een defect te zitten in het geluid. We horen alleen nog de linkerkant van de tafel praten. Zonder dat we hierom gevraagd hadden of zelfs maar iets gesuggereerd, zijn we van stereo naar mono overgegaan.
De Standaard, 1996

Het stereo-effect van de koptelefoon klinkt gekunsteld. Nadrukkelijk komen de lage tonen van links en de hoge van rechts. Eventueel kan op mono worden overgeschakeld, maar dat maakt de toon weer minder ruimtelijk.
NRC, 1994

Hij kon via een hoofdtelefoon horen wat bij Bernstein in de zaal gebeurde; ook omgekeerd was er een akoestische verbinding. Zo konden beide klankgroepen ondanks een ruimtelijke scheiding goed samenwerken. Achteraf werd de bewuste toneelmuziek mono en uit de verte klinkend keurig gesynchroniseerd in het stereoperspectief ingelast.
http://www.audio-muziek.nl/audiotechniek/deccasonicstage.htm, 2001

< >