Wat is de betekenis van mono?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

mono

via één kanaal. via enkelvoudige geluidsweergave; via één kanaal; via één luidspreker. Voorbeelden: Het doek in de bioscoop was al groot, dus men ging naar een breder beeld en beter geluid (van mono naar meer kanalen) [...]. Tevens kwam er ruimte voor meerdere geluidssporen. Het voordeel hier...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Mono

Mono - Zelfstandignaamwoord 1. (taal) een taal die op de Solomon-eilanden gesproken wordt Hoeveel mensen kennen het Mono eigenlijk?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mono

mono - bijvoeglijk naamwoord mono- - woorddeel uitspraak: mo-no 1. geluid dat over één spoor is opgenomen ♢deze oude platen zijn nog mono 2. één ♢monotoon = op één toon Bijvoe...

2024-04-19
Popmuziek Encyclopedie

Jan van der Plas & Mike Schepers (2003)

Mono

Vorm van geluidsweergave, waarbij het geluid naar één spoor is teruggemixt. Bij het afluisteren van een mono opname zal uit alle boxen hetzelfde signaal komen, dit in tegenstelling tot stereo. Mono was tot de jaren zestig de standaard, daarna werd stereo de norm. Monoplaten klinken minder breed dan stereoplaten, maar wel erg compact. Heel af en toe...

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Mono

geluidsweergave vanuit één bron mono- eenmalig (in samenstellingen)

2024-04-19
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Mono

monotonie: niet-ruimtelijk horen; tegengestelde van stereofonie.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Mono

in samenstellingen: een of enkel.

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Mono

(Grieks) Alleen, eenzaam. Als voorvoegsel in zeer vele samenstellingen vertaalbaar door één-; b.v. monantha = eenbloemig, tegenover polyantha = veelbloemig.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)