aap.
aap; meer bepaald ook: iemand die zich als een aap gedraagt.
Voorbeelden:
Martiko (of marteko) is in Vlaanderen een gangbare, zij het wat verouderde naam voor aap, en meer nog voor een mens die zich als een aap gedraagt.
De Standaard, 1996
Met genoegen hebben wij vernomen dat het woord "marteko", deze in Vlaanderen wel bekende figuur, in het nieuwe Groene Boekje is binnengeslopen en dan nog wel zonder de hulp van Vlaamse taalkundigen.
De Standaard, 1996
Hoe denkt u erover, geachte lezers? Dialect of standaardtaal? Daar gaan we. Maar eerst nog dit: tussen twee haakjes heeft de schoolmeester telkens een standaardtalige variant geschreven. 1. fis (bunzing) [...] 8. marteko (aap, ook figuurlijk) 9. aanvijzen (aanschroeven) [...] 24. lastenkohier (bestek en voorwaarden) 25. kazakdraaier (windvaan, dus iemand die de huik naar de wind hangt).
De Standaard, 1996
