Het begrip makker heeft 3 verschillende betekenissen:
1) bevriende man of jongen.
man of jongen met wie iemand een vriendschapsband heeft; bevriende man of bevriende jongen; iemand met wie men bevriend is; vriend.
Wordt, zowel neutraal als licht ironisch, ook gebruikt als aanspreekvorm.
2) (bevriende) ploeggenoot.
man met wie iemand tot een (sport)ploeg behoort en met wie hij een (goede) band heeft; (bevriende) ploeggenoot.
3) bevriende soldaat.
man met wie iemand tot een eenheid binnen het leger behoort en met wie hij een (goede) band heeft; bevriende soldaat.