Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

Maaswater

betekenis & definitie

water van de rivier de Maas.

water dat zich in de rivier de Maas bevindt; water van de rivier de Maas: ook: hoeveelheid water van de rivier de Maas.

Voorbeelden:
Rijkswaterstaat verwacht vanavond een stand van 45,80 meter bij de stuw van Borgharen en sluit daarna een verdere stijging niet uit. Daarmee komt het Maaswater opnieuw in de buurt van de recordhoogte van Kerstmis 1993, toen een peil van 45,87 werd bereikt.
NRC, 1995

Met de Maas in Zuid- en Midden-Limburg is het anders gesteld. Daar is geen sprake van uiterwaarden, maar van een breed dal dat volstroomt. Ook is Maaswater in menig opzicht vuiler dan Rijnwater doordat het saneringsproces langs deze rivier nog maar aarzelend op gang komt. Het slib dat nu in de Maasvallei neerslaat, behoort tot klasse 3: matig verontreinigd.
NRC, 1995

Hij twijfelt: moet hij achter haar aan springen. Nee, de stroming is te sterk, het Maaswater te koud. De auto drijft snel af. Bas rent parallel aan de nog drijvende auto op de Maasdijk in Smeermaas. Roept zijn buurvrouw nog instructies toe: doe de deur open, maak je riem los.
De Limburger, 2001

Het beleidsteam in Susteren besloot de dijk niet rondom het hele kerkdorp door te trekken, want dan zal het Maaswater terugkaatsen naar Illikhoven. De een zijn dijk is hier de ander zijn overstroming.
NRC, 1995

In Taverne Square toont cafébaas Farinola de laagste verdieping van zijn huis. Maaswater klotst tegen het fornuis, dat te zwaar was om snel naar boven te tillen.
NRC, 1995

< >