Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

luierik

betekenis & definitie

lui persoon.

iemand die lui is; lui persoon; luiaard.

Voorbeelden:
Nicolas Liébart (34), de echtgenoot van Debby Pfaff, combineert zijn taak als huisman tegenwoordig met een deeltijdse job als arbeider in de petrochemische industrie. Een zeer intensieve baan voor de man die vroeger wel eens smalend de luierik van de Pfaffs werd genoemd na zijn uitspraak dat hij "voor minder dan tienduizend euro" zijn bed niet uit kwam.
http://www.hln.be/hln/nl/944/Celebrities/article/detail/2089081/2014/10/14/Nicolas-luierik-van-de-Pfaffs-werkt-als-arbeider.dhtml, 14 oktober 2014

Nochtans stellen veel luieriken zich halsstarrig teweer tegen exotische uitstapjes met alle risico's van dien; zij zijn volmaakt gelukkig wanneer zij zich bij een temperatuur van zo'n dertig graden Celsius kunnen neervlijen op een zonovergoten strand, ver weg van de gevaren van de tseetseevlieg.
De Standaard, 1995

In de wereld waar op zowat elk bureau een pc staat, zou men van een luierik of een dromer kunnen zeggen dat hij de hele dag naar zijn screensaver zit te staren of dat hij de vissen telt die op zijn screensaver voorbijzwemmen.
De Standaard, 1996

< >