Wat is de betekenis van luierik?

2025-02-12
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-12
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

luierik

lui persoon. iemand die lui is; lui persoon; luiaard. Voorbeelden: Nicolas Liébart (34), de echtgenoot van Debby Pfaff, combineert zijn taak als huisman tegenwoordig met een deeltijdse job als arbeider in de petrochemische industrie. Een zeer intensieve baan voor de man die vroeger wel eens smalend de luierik van de Pfaffs wer...

2025-02-12
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

luierik

luierik - Zelfstandignaamwoord 1. (pejoratief) een lui persoon Luieriken moet ik niet hebben, werken moeten ze! luierik - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luieriken ♢ Ik luierik 2. gebiedende wijs van luieriken...

2025-02-12
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Luierik

m. (-en), luiaard.

2025-02-12
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

luierik

m. luieriken; luiaard.

2025-02-12
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

luierik

('luiərək) m. (-en) luiaard.

2025-02-12
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

luierik

m. (-en), luiaard.

2025-02-12
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Luierik

Luierik m. (-en), luiaard.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-12
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)