terloops.
achteloos; terloops.
Meestal in combinatie met werkwoorden als meedelen, vragen of zeggen.
Voorbeelden:
Achteraf bezien had hij misschien langs zijn neus weg moeten meedelen dat hij dit soort dingen voortdurend deed.
Nicholas Evans, De wolvenlus, 2002
Eens zei ze langs haar neus weg dat hij nog veel moest bidden om in de hemel te komen.
Stefan Brijs, Arend, 2000
'Hield ze van woorden?' vroeg ik langs mijn neus weg.
Greta Seghers, In liefdes naam, 2001