Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

koppigaard

betekenis & definitie

koppig persoon.

iemand die erg koppig is; stugge volhouder; koppig persoon.

Voorbeelden:
De president vraagt het parlement hem snel een nieuwe kandidaat-premier voor te stellen, in opvolging van de ontslagen Léon Kengo wa Dondo. Er circuleren tal van namen. De radicale opponent Etienne Tshisekedi blijft de favoriet - maar deze veteraan der koppigaards wil de eed niet afleggen in handen van de president.
De Standaard, 1997

Limburgse koppigheid loont. Bij de wit-zwarten leek het duo Meyssen-Paas al zeer vlug de rode loper uit te leggen voor een makkelijke thuiszege. Hun bezoekende provinciegenoten dachten er echter anders over. In vijf minuten tijd straften de Limburgse koppigaards het koncentratieverlies van de ajuinen genadeloos af.
De Standaard, 1996