Het begrip kool heeft 4 verschillende betekenissen:
1) kruisbloemige plant.
kruisbloemige plant van het geslacht Brassica en met name van de soort Brassica oleracea, die in vele eetbare variëteiten als groente gekweekt wordt, zoals rodekool, wittekool, groenekool en boerenkool.
Zowel in het enkelvoud als in het meervoud vaak als verzamelnaam gebruikt; voor een afzonderlijk exemplaar gebruikt men veeleer koolplant.
2) bovengrondse deel van een koolplant.
bovengrondse deel van een koolplant, met name zoals het, afgesneden, als groente in de handel komt.
3) zwarte stof.
zwarte of bruine, broze of harde stof die ontstaat door onvolledige verbranding van organische stof en in hoofdzaak bestaat uit het element koolstof; houtskool, steenkool of bruinkool.
4) stuk steenkool.
stuk steenkool gebruikt als brandstof.
Vrijwel altijd in het meervoud.