Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kleinverdiener

betekenis & definitie

iemand die weinig geld verdient.

iemand die weinig geld verdient; iemand die een laag salaris of inkomen heeft.

Voorbeelden:
Bij de kleinverdieners heeft minder dan 10 procent van de gezinnen een tweede auto, bij de grootverdieners loopt dat op tot bijna 40 procent.
De Standaard, 1996

Het meest uitgesproken is dat bestedingsverschil te merken in het champagneverbruik: gemiddeld ruim 1.000 frank per jaar bij de hoogste inkomensgroepen, of tien keer meer dan bij de laagste inkomens. Alleen jenever is meer in trek bij de kleinverdieners.
De Standaard, 1996