Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kelner

betekenis & definitie

ober.

mannelijke bediende die voor zijn beroep of als bijbaan drankjes, gerechten e.d. serveert in horecagelegenheden, zoals een café of restaurant; ober.

Voorbeelden:
Zelfs restaurants die niets vegetarisch op het menu staan hebben, kunnen gewoonlijk vleesloze pastasauzen serveren als u hen erom vraagt. Als u in een zaak met bediening bent, bespreek dan eerst met de kelner dat u vegetariër bent en dat hij bijvoorbeeld geen kip op uw schotel legt, maar in de plaats daarvan een extra portie aardappelen of groenten serveert.
http://users.pandora.be/myprojects/gezondevoeding/menu/tips.html

We zitten tegenover elkaar in het Griekse restaurant bij hem om de hoek. Geel licht valt uit een nep-olielamp op het groengeruite tafelkleed. Toch heeft de kelner een kaars aangestoken.
Kristien Hemmerechts, Alle verhalen, 2001

Hij vroeg om een tweede kop koffie en telde zijn centen uit. Toen de kelner met een vochtige doek de tafel poetste, tilde hij vriendelijk zijn ellebogen op. Hij peuterde een sigaret uit een pakje. Nog voor hij zijn aansteker had gevonden hield de ober de vlam van een lucifer voor zijn gezicht.
Daphne Buter, Alle vogels van de wereld, 2000

Af en toe wrong zich een toerist die op het terras te lang op zijn bestelling moest wachten, door de gelederen van de barbezoekers om op hoge toon een bestelling op te geven aan een van de kelners achter de bar.
Theo Kars, Avonturen op Ibiza, 1980

Als we in godsnaam dan maar een flikkertent opzoeken wordt het niet beter, al die keurige smalbebilde goedgekapte jongens die afkeurend kijken naar Jean die op haar laarzen de hele tent doorstampt, en naar mijn borsten die schommelen in mijn hemdje als ik dans. De kelners zijn onbeleefd en tot overmaat van ramp gooien we een vaasje met bloemen om. We gaan hier weg.
Anja Meulenbelt, De schaamte voorbij, 1980

Eerst leeft ze op crackers en soep uit blik, daarna gaat ze in goede restaurants eten. Dat valt haar mee, de kelners zijn vriendelijk en voelen de situatie goed aan. Maar steeds buiten de deur eten gaat haar budget te boven en kost veel tijd. Ook maken andere gasten een inbreuk op haar privacy. Uiteindelijk besluit ze toch voor zichzelf serieus te gaan koken.
NRC, 2000