keffende hond.
kleine hond die vaak, druk en hinderlijk keft; keffende hond.
Voorbeelden:
Nu eens kleine keffers met rode strikjes in het haar; dan weer grote, trage honden, net als hun bazinnen in dikke bontmantels gehuld en met diep in de ogen getrokken ijsmutsen waar ze net onderuit konden kijken.
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, 1983
De keffer maakt een grollend geluid.
Andreas Roels, Hete zeeprikkels, 1984
Bij de aankomst van de vissers in In den Rode Zeearend vliegt de zwarte keffer onmiddellijk naar hen toe.
Andreas Roels, Hete zeeprikkels, 1984