informele aanspreekvorm.
informele aanspreekvorm voor iemand, vaak een jongen of een meisje en/of een persoon met wie men vertrouwelijk omgaat, oorspronkelijk alleen voor een jongen gebruikt.
Ook als uitroep.
Voorbeelden:
'En kijk daar eens. Daar, op de vloer!' 'Joh! Z'n horloge! Die gast heeft z'n horloge ook nog laten liggen!'
Renate Dorrestein, Zonder genade, 2001
'Ondeugd!' zei ze en tastte naar zijn broek. Het ding stond al rechtop! 'Kan ik er wat aan doen dat je zo'n lekker stuk bent!' 'Joh! Een beetje kalmer aan hoor!' schrok moeder.
Heere Heeresma, Een hete ijssalon, 1984
Mijn taal, en de taal die ik elke dag hoor, zweeft tussen "gemeenzaam" (joh), "plat" (neuken) en "zeer gemeenzaam" (maf).
Piet Grijs, Televisie, psychiaters, computers en andere griezelverhalen, 1978