Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

Israëli

betekenis & definitie

iemand uit Israël.

iemand met de Israëlische nationaliteit; iemand die behoort tot het Israëlische volk; iemand die afkomstig is uit Israël; inwoner van Israël.

Voorbeelden:
Een paar dagen daarna sturen de Israëli's bommenwerpers naar een Palestijnenkamp in Libanon en laten, ter vergelding, bommen vallen op de ontheemden die daar al een kwart eeuw in tenten en kartonnen hutten wonen.
Jan Gerhard Toonder, De dronken kanarie, 1975

Israël voert een intensief huisvestingsbeleid dat ertoe heeft geleid dat het Palestijnse stadsdeel, beter bekend als Oost-Jeruzalem, nu door een meerderheid aan Israëli's wordt bewoond.
De Standaard, 1996

Deze altijd links stemmende Israeli voelde zich net geen kolonist, zijn huis lag zonder twijfel op Israëlische grond.
De Standaard, 1995

< >