ziekenverblijf.
ruimte in een klooster, abdij, gevangenis, kazerne e.d., bestemd voor de opvang en verzorging van zieken en gewonden; verblijf voor zieken en gewonden.
Voorbeelden:
Met de vingernagel schieten de gevangenen hun opgebrande sigaretten in het water. Joaquín uit Lloret de Mar wankelt uit de infirmerie, met een omslachtig verband om zijn hoofd. Onder het verband is zijn schedel kaalgeschoren.
Stan Lauryssens, Costa del Crimen, 1999
Louis hoorde hoe een kleintje behandeld werd in de infirmerie, het werd gesust door zuster Engel.
Hugo Claus, Het verdriet van België, 1983
De smerige communisten namen de infirmerie onder vuur, de brancards met gekwetsten.
Geertrui Daem, Koud, 2001