Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

infinitief

betekenis & definitie

werkwoordsvorm.

vorm van het werkwoord, die de toestand, handeling of werking los van persoon, getal en tijd uitdrukt en die eindigt op -en of -n; onbepaalde wijs.

Voorbeelden:
Zo is in de ANS 'substantief' gebruikt in plaats van 'zelfstandig naamwoord' [...], 'actief' in plaats van 'bedrijvende vorm'. Zoals uit deze voorbeelden moge blijken, gaat het hier meestal om termen waarvan de Nederlandse equivalenten nogal omslachtig zijn. Soms zijn die ook in de Nederlandse grammatica minder gebruikelijk, zoals het laatste voorbeeld en gevallen als 'aanvoegende wijs' voor 'conjunctief' en 'onbepaalde wijs' voor 'infinitief'.
http://www.kun.nl/e-ans/content/ans/index.php3

Infinitieven zijn bijzonder omdat ze zowel formele kenmerken van naamwoorden als van werkwoorden vertonen. Ook wat hun gebruik betreft zijn ze ambigu. Constructies die opgebouwd zijn rond een infinitief kunnen dikwijls zowel als een nominale groep als als een zin geïnterpreteerd worden.
http://www.wetenschapsagenda.leidenuniv.nl/index.php3?c=87, 2004

Zo heeft een regelmatig Grieks werkwoord ongeveer tienmaal zoveel vormen die tot de 'modus indicativus' (indicatief, aantonende wijs) gerekend worden als vertegenwoordigers van de 'modus infinitivus' (infinitief, onbepaalde wijs), terwijl verder bij de indicatief de categorieën 'persoon' en 'getal' een rol spelen en bij de infinitief niet.
http://oase.uci.kun.nl/~ans/e-ans/02/03/02/01/body.html

< >