scharrelaar.
iemand die van alles doet om rond te komen; scharrelaar; in negatieve zin ook: iemand die kleine misdaden pleegt om aan geld te komen.
Voorbeelden:
Een hosselaar is volgens de definitie iemand die alles doet om de touwtjes aan elkaar te knopen. Het woord heeft meestal een criminele connotatie maar bij de groep THC (Tuindorp Hustler Click) uit Amsterdam-Noord, dat deze week zijn nieuwe cd Puur & Onversneden uitbrengt, is dat niet hoe de vork in de steel zit. Rocks, nummer één van de groep: "Zo zit het niet, anders waren we wel TCC, Tuindorp Criminelen Click. We zijn gewoon hustlers. We willen het beste maken van ons leven met onze beperkte middelen. Het leven is gewoon een struggle."
http://thcrecordz.50webs.com/rocks%20interview%202.html
"Een man die Johnnyboy heette, maakte noize in de woestijn van Judea. Zijn streetname was 'De Doper'. Niet omdat hij een hosselaar was, die dope verkocht. Ook niet omdat hijzelf zo dope was, ofsow. Maar hij doopte mensen met water. Hij doopte mensen in het water. Kopje onder. Daarmee lieten ze zien dat ze zich schoon wilden wassen van al hun fouten en een nieuw leven wilden beginnen."
http://blog.youngworks.nl/blog/jezus-is-je-mattie-2
