Het begrip hesp heeft 3 verschillende betekenissen:
1) achterbout van een dier.
achterbout (dij en bil) van een dier, met name van een varken; ham.
2) bereide achterbout van een varken.
voor consumptie gedroogde, gepekelde, gerookte of gekookte achterbout, soms ook voorbout, van een geslacht varken; ham.
3) vlees van de achterbout van een varken.
het gedroogde, gepekelde, gerookte of gekookte vlees van de achterbout en ook wel van de voorbout of schouder van een varken, dat in de vorm van dunne plakjes gebruikt wordt als broodbeleg en in de vorm van een lap of blokjes als onderdeel van een gerecht; ham.
Soms wordt een onderscheid gemaakt tussen echte hesp (van de achterbout) en schouderhesp. In de algemene taal worden beide vleessoorten hesp genoemd.