iemand die veel geld verdient.
iemand die veel geld verdient; iemand die een hoog salaris of inkomen heeft.
Voorbeelden:
Zo willen we herinvoering van het tarief van 72% in de inkomstenbelasting voor de grootverdieners, herinvoering van de door Paars afgeschafte vermogensbelasting en invoering van een vermogenswinstbelasting, zoals die al bestaat in ander Europese landen.
http://www.sp.nl/nieuws/tribune/200204/ewlvragen.stm, 26 april 2002
Het zijn nog geen grootverdieners als de tennissers, al lijkt het soms zo als je de avonturen van Kasparov volgt.
NRC, 1995
Grootverdieners zijn de broers Gilberto en Miguel Rodriguez, leiders van het Cali-kartel, die samen over 370 miljard frank beschikken.
De Standaard, 1996