Het begrip grootmeester heeft 5 verschillende betekenissen:
1) opperbestuurder.
man die de hoogste waardigheid bekleedt bij een ridderorde.
2) toonaangevende man.
man die de eerste, voornaamste persoon is in een bepaalde kring; man naar wiens voorbeeld eenieder zich richt; man die hoofd en voorbeeld is van de beoefenaars van een wetenschap of kunst; toonaangevende man; toonbeeld; ook: man die ergens buitengewoon goed in is, vooral in een techniek, kunst of genre.
3) titel in de sport.
titel van een schaker, dammer of bridger van het hoogste niveau, dat ligt boven dat van meester; ook: titel van een beoefenaar van vechtsporten als taekwondo, kungfu e.d. op het hoogste niveau.
4) sporter met die titel.
schaker, dammer, bridger met de titel grootmeester; ook: beoefenaar van een vechtsport als taekwondo, kungfu met de titel grootmeester.
5) hoofd van de hofhouding.
man die aan het hoofd staat van het Huis van de Koning (of Koningin); ook: titel van grootmeester.
