Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

goedgekozen

betekenis & definitie

op een goede, degelijke manier gekozen.

op een goede, degelijke manier gekozen; zo gekozen dat het geschikt is voor het beoogde doel; treffend; welgekozen.
Minder gebruikelijk dan het synoniem welgekozen.

Voorbeelden:
Er zal nooit een spelling uit de bus komen die een filoloog ervan zal weerhouden met enkele goedgekozen voltreffers een spellingsysteem op de korrel te nemen.
De Standaard, 1996

De zangeressen in hun lange, goedgekozen gewaden ogen waardig en natuurlijk.
De Standaard, 1996

De teksten zelf zijn goedgekozen, interessant en heel gevarieerd.
http://www.ivnnl.com/

Met een goedgekozen shampoo wast hij valse herinneringen en reële onwaarheden weg.
Jef Aerts, Vertezucht, 2001

Christian Dumolin toont met deze zet aan dat Vlaamse bedrijven, ook al zijn ze niet zo groot, toch een leidende rol kunnen spelen in hun sector in Europa door samen te werken met goedgekozen partners.
De Standaard, 1996

Dromen van een automatische universiteit die zichzelf motiveert, waar iedereen vanzelf, zonder moeiallen, het goede doet. Realistisch is dat niet. Goedgekozen stimulerende interventies zijn en blijven onmisbaar.
http://www.aup.nl/pdf/JaarredesUvA2001.pdf, 2001

Gekke, lieve meid. Stapt mijn huis binnen voor een borrel met wat mensen van de mailinglist. Schatert, giebelt en laat iedereen gieren om haar goedgekozen ad remme replieken die ze met een zacht en onschuldig stemmetje de kamer in lanceert.
http://www.amsterwitched.nl/

Vrouwen met lieve, gezonde moederborsten, met vrolijk rammelende kraaltjesoorbellen van het Waterlooplein, met kusmondjes en goedgekozen roklengte maar ook die vrouwen werden lelijk in de schaduw van degene uit wiens rib ze gevormd dachten te zijn.
Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001

< >