Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

gezelschapshond

betekenis & definitie

hond voor gezelschap.

hond die gehouden wordt als gezelschapsdier voor mensen.

Voorbeelden:
Veel kankers bij honden lijken biologisch gezien sterk op de kankers bij mensen, hoogstwaarschijnlijk is hetzelfde ontstaansmechanisme in het spel. Laboratoriumhonden die tweeëneenhalf jaar gedwongen rookten kregen in bijna de helft van de gevallen longkanker. Onder gezelschapshonden is longkanker overigens veel zeldzamer dan onder mensen. Bevolkingsonderzoek heeft uitgewezen dat 4,2 van iedere 100.000 honden longkanker hebben.
NRC, 1993

Meer gekend als gezelschapshond dan als jachthond blijft de Basset Hound nochtans een authentieke lopende hond.
http://users.pandora.be/ard/basset/prod01.htm

Dat de dalmatiër zo populair is, dankt hij volgens mijn hondenencylopedie niet alleen aan 'zijn harmonieuze belijningen' en zijn 'innemende levendigheid'; het is 'vooral ook zijn gevlekte vacht' die hem tot 'een gewaardeerde gezelschapshond' maakt. Goed gezelschap is kennelijk gevlekt.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000