Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

gejouw

betekenis & definitie

het voortdurend jouwen.

het voortdurend of herhaaldelijk jouwend beschimpen van iemand, een groep personen of iets, vaak op luide toon en door vele personen tegelijkertijd; het voortdurend of telkens weer slaken van honende, kwetsende, smalende kreten; hoongeroep.

Voorbeelden:
Nu en dan slechts wijkt de massa met gejouw en vloeken achteruit, als er een legerwagen vol haveloze kerels passeert, die duidelijk geen gehoor meer geven aan bevelen.
Clem Schouwenaars, Emily Beyns, of Het heilig zwijgen. Dl. 1: Verwanten, 1983

Voor de klappers van de avond, Beck en Neneh Cherry, kwamen zich nog eens duizend man bij de reeds vierduizend aanwezigen voegen. Gejouw toen de ceremoniemeester aankondigde dat Beck ziek was, maar dat bleek slechts een flauw grapje. De zanger had wel kou gevat, want zijn diepe stem kwam af en toe niet boven de instrumenten.
De Standaard, 1996

De Clerck vindt niet dat het land weer toe is aan wat door velen wordt beschouwd als een collectieve hysterie zoals na de dood van koning Boudewijn. "Integendeel. Het is normaal dat deze gruwelijke gebeurtenissen hevige, collectieve emoties opwekken. Er bestaat op de wereld geen groter kwaad dan om commercieel gewin geweld te gebruiken op kinderen. Ik vind het positief dat de mens zijn emoties laat blijken. Dat bewijst dat onze mensen niet alleen voor zichzelf werken en leven, maar dat ze wel degelijk geïnteresseerd zijn in het noodlot van de medemens. Ik begrijp hun woede zoals ik ook begrijp dat ze die luchten aan de politieke overheid. In die zin moet je ook het gejouw bekijken. Ik was op dat ogenblik immers de vertegenwoordiger van die overheid."
De Standaard, 1996

Voor de ingang werd een protestdemonstratie georganiseerd, een groepje heethoofden groeide aan tot een massa, er werden scheldwoorden geskandeerd, een blanke die de vensters sloot omdat het gejouw de feestvierders hinderde was de druppel die de emmer deed overlopen.
Paul Koeck, De stoelendans, 1983

Toen ik [...] poogde een overzicht te krijgen van wat er nog allemaal meedeed aan deze betoging, kwam het geheel tot stilstand. Ver weg was groot geroep en knallen, gejouw en gebrom van zware motoren. Het was alsdan dat ik besliste mij langs achterstraatjes naar de grote markt te begeven waar ik de ergste vechtpartijen vreesde die onze stad sinds de wereldoorlog heeft gekend.
Leo Geerts, Pagadders, 1982

Als Joe het verhaal van zijn eigenaardig leven en zijn zoektocht naar zijn ouders begint te vertellen, raken de luisteraars in de ban van zijn grappig en vaak ontroerend relaas. Het gejouw verandert in gejuich en een hele stad volgt belangstellend de avonturen van Joe Dirt.
https://kinepolis.be/nl/films/joe-dirt

Uw adjunct-kabinetchef nam toen het woord in uw naam, omdat u, zo werd verteld, moest aanwezig zijn in de Kamer van volksvertegenwoordigers, alhoewel de vergadering al meer dan een uur afgelopen was. Hij sprak de aanwezigen enkel en alleen in de Franse taal toe. Het is niet te verwonderen dat er in de zaal gejouw was.
http://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=qrva&language=nl&cfm=qrvaXml.cfm?legislat=48&dossierID=48-b080-08-0069-1992199301204.xml, 5 april 1993

< >