Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

geitenbok

betekenis & definitie

volwassen mannelijke geit.

Voorbeelden:
Je weet toch dat we al jaren geen koebeesten meer hebben. Alleen een geitenbok.
Remco Campert, De familie Kneupma, 2001

Hij heeft een geitebok op stal die onbedaarlijk stinkt.
Lut Ureel, De lange geboorte, 1977

Het lam zou met de wolf verkeerd hebben, de luipaard zou bij de geitebok neergelegen hebben, en het kalf en de leeuw en het jonge vee zouden te zamen geweid hebben, hare jongen zouden te zamen hebben nedergelegen, en de leeuw had stro gegeten gelijk ene os.
J.M.A. Biesheuvel, De steen der wijzen, 1983