Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

gehandicapte

betekenis & definitie

iemand die een handicap heeft.

iemand die een lichamelijke of geestelijke beperking heeft; iemand die een handicap heeft; iemand die gehandicapt is.

Voorbeelden:
De situatie van gehandicapten op de arbeidsmarkt is niet erg rooskleurig. Er zijn genoeg werklozen voor elke vacature. Waarom zou een bedrijfsleider dan een gehandicapte aanwerven? Wendy Ranschaert knikt het hoofd. "Vele werkgevers hebben schrik, maar ze kennen de mogelijkheden van gehandicapten niet."
De Standaard, 1996

Vanaf 1 januari 1995 valt iedere gehandicapte onder de WVG. De uitvoering van de WVG wordt ondergebracht bij de afdeling sociale zaken van de gemeente. Iedere gehandicapte die op dit moment een voorziening heeft, welke per 1 april overgaat naar de gemeente (bijvoorbeeld een vervoersvoorziening) zal bericht krijgen van de gemeente over hoe nu verder te handelen.
Meppeler Courant, 1994

De internationale dag van de gehandicapten, gisteren, leek voor Jan Sabbe en Jos Huys van Independent Living een ideale gelegenheid om het negatieve beeld van de gehandicapte bij te kleuren. Strijdvaardig en mondig, willen ze meepraten en eisen ze een plaatsje in het Fonds dat de koek van de Vlaamse subsidies voor gehandicapten verdeelt.
De Standaard, 1996

In Nederland wonen bijna 2 miljoen gehandicapten. Daarvan hebben ruim 1,8 miljoen een lichamelijke handicap. Zij hebben baat bij maatregelen die de toegankelijkheid van woningen verbeteren.
http://www.aedesnet.nl/

Over de integratie van gehandicapten in de samenleving wordt inmiddels anders gedacht dan 31 jaar geleden. Het Dorp is mede door die veranderde inzichten nog steeds enig in zijn soort: met een eigen supermarkt, kapper, benzinestation en dorpshuis en ongeveer 600 personeelsleden. Maar het bestaat nog en dezer dagen is het begin gemaakt met een grootscheepse renovatie van de woonwijk, die de bewoners wat meer leefruimte moet geven.
NRC, 1993

Neem nu de gehandicapten. Gogen, peuten en andere welzijnswerkers vonden kennelijk dat je die mensen beter mindervaliden of andersvaliden kunt noemen. Geen handicap meer. De grote verdwijntruc. Komaan, zeggen de gehandicapten in koor, we hebben geen behoefte aan medelijden, we haten meewarige eufemismen, we zijn gehandicapten. Punt. Uit.
De Standaard, 1997