Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

gans

betekenis & definitie

Het begrip gans heeft 4 verschillende betekenissen:

1) grote, zwaargebouwde watervogel.
grote, zwaargebouwde watervogel met een middellange, rechte hals, een kegelvormige snavel en sterke poten die in het midden onder het lichaam staan.
Men onderscheidt verschillende soorten ganzen.

2) dom, sullig persoon.
Meestal in de combinatie domme gans.


3) geheel; heel.

4) helemaal.
geheel; helemaal; in elk opzicht; volkomen.

< >