Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

Finse

betekenis & definitie

vrouw uit Finland.

vrouw met de Finse nationaliteit; vrouw die behoort tot het Finse volk; vrouw die afkomstig is uit Finland; inwoonster van Finland.

Voorbeelden:
Anne-Marie Sandell is een waardig Europees kampioene in het veldlopen. Dat bewees de jonge Finse door in Brussel nu ook de Portugese Fernanda Ribeiro (twee weken geleden op het EK afwezig door griep) af te houden.
De Standaard, 1995

Omdat de Finse Kyra Kirklund haar paard wil sparen voor Athene heeft zij besloten van de mogelijkheid af te zien toch in de finale van start te gaan.
http://www.knhs.nl/topsport/bericht.asp?nid=3902, 2004

De grootste vangst deze donderdagmiddag is de 19-jarige roodharige Finse Tanja Johanna, naar eigen zeggen gerenommeerd zangeres, uit Helsinki. Ze zit op de tafel tussen poederdoosje, kam en walkman beteuterd te kijken naar de douanier die vakkundig haar schoudertas sloopt.
NRC, 2002

Ook de Pool Zygmunt, de Duitser Dittrich, de Finse Laine en de Russin Barysheva struikelden op het ijs.
NRC, 2001

De 24-jarige Katja Poensgen schreef geschiedenis door als eerste vrouw een Grand Prix in de 250cc te rijden. De Finse Taru Rinne (1989) en de Japanse Tomokom Igata (1995) waren de Duitse al voorgegaan in de 125cc.
NOS Nieuws, 2001

Zoals in de militarysport gebruikelijk, beheersten de amazones de wedstrijd in Luhmühlen. De Finse Piia Pantsu won met Cyna.
Meppeler Courant, 1995

Hij woont al twintig jaar in de Finse hoofdstad, was getrouwd met een Finse, werkt als receptionist in het luxueuze Strand Intercontinental Hotel en is verliefd op Helsinki.
NRC, 1993

De drank vloeide steeds rijkelijker. De Finse die achterover geleund op de kooi lag, trok haar benen op, zodat we konden zien dat ze geen broekje droeg.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 3: Vrede, 1983

< >