Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

ex-

betekenis & definitie

Het begrip ex- heeft 9 verschillende betekenissen:

1) van mensen: voormalig.
voorvoegsel waarmee zelfstandige naamwoorden worden gevormd en dat aangeeft dat de in het tweede lid genoemde persoon niet langer meer is wat hij of zij in het verleden is geweest; voormalig; gewezen.

2) van mannetjesdieren: voormalig.
voorvoegsel waarmee zelfstandige naamwoorden worden gevormd en dat aangeeft dat het in het tweede lid genoemde dier niet langer meer is wat hij of zij in het verleden is geweest; voormalig.
Ook schertsend gebruikt.

3) van zaken: voormalig; niet meer bestaand.
voorvoegsel waarmee zelfstandige naamwoorden worden gevormd en dat aangeeft dat de in het tweede lid genoemde zaak niet meer bestaat of niet meer van toepassing is; voormalig; niet meer bestaand.

4) van landen: voormalig; niet meer bestaand.
voorvoegsel dat voorafgaat aan een landnaam en dat aangeeft dat het in het tweede lid genoemde land niet langer bestaat; voormalig; niet meer bestaand.

5) van personen: vroeger werkzaam bij, lid van.
voorvoegsel dat voorafgaat aan een eigennaam of een daarvan afgeleide soortnaam en dat aangeeft dat iemand niet langer deel uitmaakt van de in het tweede lid direct of indirect genoemde club, groep, groepering, instelling, organisatie e.d.; vroeger werkzaam of actief bij; voormalig lid van.

6) van staatsburgers: niet langer zijnd.
voorvoegsel dat voorafgaat aan een geografische persoonsnaam en dat aangeeft dat iemand niet langer de in het tweede lid genoemde nationaliteit heeft; niet langer de nationaliteit hebbend die in het tweede lid genoemd wordt; niet langer de in het tweede lid genoemde staatsburger zijnd.

7) van inwoners: niet langer zijnd.
voorvoegsel dat voorafgaat aan een geografische persoonsnaam en dat aangeeft dat iemand niet langer inwoner is van de in het tweede lid indirect genoemde plaats, provincie of streek; niet langer ingezetene van de (indirect) in het tweede lid genoemde plaats, provincie of streek zijnd.
In deze toepassing vaker met oud- als voorvoegsel.

8) van personen en zaken: niet langer zijnd.
voorvoegsel waarmee bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd en dat aangeeft dat iemand of iets niet langer is wat het in het tweede lid genoemde bijvoeglijk naamwoord aangeeft; niet langer de hoedanigheid hebbend die in het tweede lid genoemd wordt; niet langer zijnd wat in het tweede lid genoemd wordt.

9) van personen: niet langer doend.
voorvoegsel waarmee bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd en dat aangeeft dat iemand niet langer doet wat het in het tweede lid genoemde bijvoeglijk naamwoord aangeeft; niet langer doend wat in het tweede lid genoemd wordt.

< >