Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

engerd

betekenis & definitie

eng persoon.

iemand die eng is; iemand die er eng uitziet; iemand met enge ideeën; eng persoon.

Voorbeelden:
"Ik ben dat wel gewend, vandaar dat ik me schertsenderwijs maar met een bittere ondertoon de vieze man van het kabinet noem", zegt Kosto vandaag in het Nieuwsblad Migranten [...]. "Wie dit werk doet wordt al a priori in een hoek van engerds neergezet".
NRC, 1994

Er waren vaak loerende Duitsers, en: 'Het is wel beter dat zij denken dat wij vriendje en vriendinnetje zijn,' zei ze, 'want anders komt zo'n engerd misschien toch nog achter ons aan.'
Maarten 't Hart, Het woeden der gehele wereld, 1993

In de loop der jaren zou Barbie trouwens steeds meisjesachtiger worden [...]. De Amerikaanse meisjes schijnen vanaf het eerste ogenblik verrukt te zijn geweest van het hooggehakte wezentje met haar geknepen mond en scheve ogen. Raadselachtig, want veel van mijn vriendinnen en ik zelf ook vonden haar een engerd die we beslist niet tussen onze poppen wensten aan te treffen.
NRC, 1995

Ook getrouwde mannen, die op zoek zijn naar een dikke minnares, zijn bij Dik voor Mekaar aan het verkeerde adres. "De vrouwen die zich bij mij aanmelden willen een relatie, geen stiekeme verhouding." Visser moet af en toe nog weleens een dikke vrouw overtuigen dat de mannen die staan ingeschreven geen engerds zijn.
Algemeen Dagblad, 2000

De versierde medemensen wisten vrijwel niets bijzonders te vertellen over het waarom van hun haken en ogen, en het overige klootjesvolk excelleerde in ordinaire bemoeizucht en liep over van zelfverzonnen verbodsbepalingen. Ik was gewoon blij dat ik me kon permitteren niets met die engerds te maken te hebben. Niemand in mijn kennissenkring laat zijn dochtertje van twaalf tatoeëren door een lul die op grond van weet ik wat voor gezag sprak: 'Zij was er klaar voor.'
Rudy Vandendaele, Dwarskijker, 1996-1998

En dan samen naar Dikke Otto om verzorgingsproducten te kopen om zichzelf zo goed mogelijk te conserveren en naar die engerd van de kantoorboekhandel om nog meer kruiswoordraadsels te kopen tot ze alle kruiswoordraadsels hebben opgelost en er geen raadsels meer over zijn.
Oscar van den Boogaard, Liefdesdood, 1999