Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

Engelse setter

betekenis & definitie

jachthond uit Engeland.

goedaardige, elegante jachthond met een op snelheid gebouwd lichaam en een witte vacht met donkere vlekken die veel beweging nodig heeft en vaak te zien is bij Engelse veldwedstrijden.

Voorbeelden:
Het uitdunnen of efileren wordt gebruikt om het reguleren en modelleren van te overvloedig, voor de hond vaak hinderlijk, haar. Deze manier van trimmen wordt het meest op spaniëls en spaniëlachtige vachten gebruikt. Zoals bv. Engelse cocker, Welsh springer, Engelse Setter, Golden retriever, Kruisingen met een dergelijke vacht. Het lichaam van deze honden wordt uitgeplukt met de handen en eventueel mbv. een uitwolmes.
http://leden.tref.nl/~jvdm0000/trimmen.htm

In de verte ziet ze een hond langs de vloedlijn aan komen lopen. Eerst is ze op haar hoede, een vreemd dier, dat zonder begeleider op dit vroege uur in haar richting komt. Het blijkt een Engelse setter met de goedaardige blik en de zwabberende achterband van een vermoeide veteraan. Als hij haar passeert ziet ze dat hij een tennisbal in zijn bek heeft.
Kees van Beijnum, De vrouw die alles had, 2002

Op grote hondententoonstellingen is er strijk-en-zet een parade voor de honden met hun bazen in nationalistische kledij. De baas van de Engelse setter heeft een bolhoed op zijn hoofd, die van een Franse bulldog een stokbrood onder de arm, geen cliché wordt geschuwd. Onveranderlijk zijn de bazen en bazinnen lelijker dan hun hond.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000

< >