Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

Engels landhuis

betekenis & definitie

landhuis als typisch representatief onderkomen van de welstellende klasse in Engeland of gebouwd volgens de daar gangbare stijlen.

Voorbeelden:
In Verzwegens bestaan is er, net als in zijn andere boeken, sprake van een misdrijf dat lang geleden is gepleegd. Nu gaat het zowaar over een moord tijdens de Eerste Wereldoorlog in een Engels landhuis.
http://www.boeken.net/wbnliterair/index.asp

Een grote, bleke hond – een gouden kalf – slentert op hautaine wijze door de laan. Dat kreng mag elke zaterdag mee in de jacuzzi [...]. Hij loopt de tuin in van het Engelse landhuis. Een blonde vrouw scharrelt met een schepje tussen de plantjes.
Josse De Pauw, Werk, 2000

Engelse landhuizen staan me tegen. Butlers doen me aan opgezette dieren denken.
Janwillem van de Wetering, De doosjesvuller en andere vondsten, 1984

Maar na de bocht zuigt een messcherpe asfaltstrook je de zink in [...] en waaiert dan uit in de lanen van een kleine villawijk. Alles gloednieuw, maar wel zo gebouwd, dat je er binnen afzienbare tijd geen jaartal meer bij kan bedenken. Reuzenfermettes, kleine kastelen, Zwitserse chalets, Engelse landhuizen, haciënda's, moderner spul in willen-maar-niet-kunnen-stijl.
Josse De Pauw, Werk, 2000

Dat soort bouwsels staat ook in de tuin van Nymphenburg, het voorouderlijke Münchense buitenpaleis, in het park van het Weense paleis Schönbrunn en bij Engelse landhuizen: de klassieke tempeltjes van Stourhead.
NRC, 1993

< >