Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

eierleggend

betekenis & definitie

ovipaar.

zich voortplantend met behulp van eieren die uitgebroed worden of zich op andere wijze buiten het lichaam ontwikkelen en vervolgens uitkomen; zich voortplantend door eieren te leggen; ovipaar.

Voorbeelden:
Er zijn een aantal reptielen die zowel eierleggend als eierlevendbarend kunnen zijn. Dit is afhankelijk van het klimaat waarin zij leven.
http://www.serpo.nl/spreekb.htm

Van de rivierschildpad Callagur borneoensis worden met name de vrouwtjes gevangen wanneer zij de legstranden opzoeken om hun eieren te leggen. Het vangen van volwassen eierleggende dieren en het opgraven van de eieren zijn uiterst effectieve methoden om populaties van deze schildpadden uit te roeien.
http://www.schildpaddencentrum.nl/deaziatischeschildpaddencrisis.htm, 2000

De eierleggende tandkarpers zijn kleine visjes, gewoonlijk met grote rug- en aarsvinnen.
http://home2.planetinternet.be/cvanroy/aquaria.htm

< >