een tas vol met boodschappen, paperassen en/of andere spullen.
Voorbeelden:
Ze paradeerden door de stad, hielden ostentatief voor boekhandels halt, tuurden door de etalageruit, verdwenen in de winkel en kwamen naar buiten met een goedgevulde tas.
Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001
Uit een goedgevulde tas haalde ze in plaats van een manuscript een ontzagwekkend grote ananas te voorschijn, een vrucht die volkomen buiten mijn belangstelling viel.
Adriaan van der Veen, In liefdesnaam, 1982