met een donkere kleur.
met een donkere kleur; een donkere kleur hebbend; donkergekleurd.
Voorbeelden:
Een donkerkleurige BMW stopte voor het geldtransport en drie gemaskerde mannen sprongen uit het voertuig.
De Standaard, 1996
De kerstbeelden voor de kerststal doen het steeds minder goed. Daar staat tegenover dat natuurdecoraties wel erg in zijn: takken, mos, dennenappels, nepijspegels en donkerkleurige kerstballen.
http://www.gva.be/dossiers/-k/kerst/trend.asp, 2001
Zij had lang, glanzend haar, donkerkleurig, en zag er van achter bekeken vrij potig uit.
Christophe Vekeman, Wees maar niet bang, 2002
In Nederland vervaardigde cacao, die ook wel "gealkaliseerd" cacaopoeder genoemd wordt, heeft een behandeling met alkali gehad om de scherpte van de smaak te halen en is een donkerkleurige cacao.
http://www.dobla.nl/faq_nl.asp?lang_id=2